Opbrengstwaardemethode voor bedrijfswaardering

Hoe werken opbrengstwaardemethoden?

Sterk vereenvoudigd samengevat, draait de opbrengstwaardemethode om het:

  • schatten van toekomstige winsten
  • disconteren van deze winsten
  • optellen van de gedisconteerde winsten

Dit resulteert in de huidige waarde van het bedrijf volgens de opbrengstwaardemethode. De disconteringsvoet houdt rekening met het tijdstip van de toekomstige inkomsten en het specifieke risico van de investering.

Verschillende benaderingen van de opbrengstwaardemethoden

Er bestaan verschillende modellen binnen de opbrengstwaardemethode. Deze modellen verschillen wat betreft de cashflows die worden gedisconteerd. Bovendien variëren ze met betrekking tot de gebruikte disconteringsvoet.

  • Opbrengstwaardemethoden
    • Vereenvoudigde opbrengstwaardemethode
    • Discounted Cash Flow (DCF) Methode
    • Residuele waardemethode
    • Meerperioden dividenddiscontering

Vereenvoudigde opbrengstwaardemethode

Benadering: Deze methode gaat uit van gelijkblijvende, constante cashflows en is ideaal voor bedrijven met een stabiele winstgevendheid.

Wat wordt gedisconteerd: Een representatieve, genormaliseerde jaarlijkse winst.

Hoe wordt gedisconteerd: Met een kapitalisatierentevoet die het bedrijfsrisico en de marktverwachtingen voor het rendement weerspiegelt.

Voorbeeld opbrengstwaardemethode

Winst na rente en belastingen (E) 500.000
Kapitalisatierentevoet (i) 10%

De opbrengstwaarde WE wordt berekend als:

WE = E i = 500.000 0,10 = 5.000.000

Hierbij is E de winst na belastingen en rente en i de kapitalisatierentevoet.

Voor- en nadelen van deze methode

  • Eenvoudige toepassing, gemakkelijk te begrijpen en te implementeren
  • Toekomstgericht, richt zich op de toekomstige opbrengsten en winsten van het bedrijf, wat belangrijk is voor investeerders die toekomstige rendementen willen beoordelen.
  • Gangbare praktijk in het MKB-segment, aangezien deze minder complexe bedrijfsstructuren hebben.
  • Geaccepteerd door financiële autoriteiten: Deze methode wordt bijvoorbeeld in Duitsland vaak geaccepteerd door belastingautoriteiten als het gaat om de waardering voor fiscale doeleinden.
  • Zeer geschikt voor bedrijven in stabiele markten
  • Er wordt een eenvoudige aanname gedaan over de toekomstige opbrengst, de complexiteit van een bedrijf en zijn marktomgeving kan niet altijd volledig worden weergegeven.
  • Risico’s van het bedrijf of mogelijke marktschommelingen worden buiten beschouwing gelaten
  • Voor bedrijven met sterk fluctuerende of snelgroeiende opbrengsten is deze methode te star en onnauwkeurig.
  • Verkeerde inschattingen bij de opbrengstprognoses en de disconteringsvoet kunnen leiden tot verkeerde resultaten.

Discounted Cash Flow (DCF) Methode

Benadering: De DCF-benadering voorspelt toekomstige cashflows die kunnen variëren, en is daarom geschikt voor bedrijven waarvan de inkomsten in de loop van de tijd veranderen.

Wat wordt gedisconteerd: Geschatte toekomstige cashflows over een bepaalde prognoseperiode.

Hoe wordt gedisconteerd: Door gebruik te maken van de Weighted Average Cost of Capital (WACC), die de gemiddelde kosten van het ingezette kapitaal weerspiegelt.

Voorbeeld Discounted Cash Flow (DCF) methode

Vrije kasstroom (FCF) voor prognose van de komende 3 jaar

Prognose Jaar 1 Prognose Jaar 2 Prognose Jaar 3
Vrije kasstroom (FCF) 300.000 330.000 360.000

Berekening van de gedisconteerde kasstromen en terminale waarde

Disconteringsvoet (r) = 10%

Terminale groeivoet (g) = 2%

DCF 1 = FCF1 (1 + r)1 = 300.000 1,10 = 272.727

DCF 2 = FCF2 (1 + r)2 = 330.000 (1,10)2 = 330.000 1,21 = 272.727

DCF 3 = FCF3 (1 + r)3 = 360.000 (1,10)3 = 360.000 1,33 = 270.676

Berekening van de terminale waarde (TV)

De terminale waarde wordt berekend als:

TV = FCF3 × (1 + g) r – g = 360.000 × 1,02 0,10 – 0,02 = 4.590.000

De terminale waarde wordt dan ook gedisconteerd:

DCF TV = 4.590.000 (1 + r)3 = 4.590.000 1,33 = 3.451.128

Totale bedrijfswaarde (Enterprise Value, EV)

EV = Som DCF + DCFTV = 272.727 + 272.727 + 270.676 + 3.451.128 = 4.267.258

Berekening van de eigenvermogenswaarde (Equity Value)

De eigenvermogenswaarde wordt berekend door de nettoschuld van de bedrijfswaarde af te trekken:

Eigenvermogenswaarde = EV – Schulden + Kaspositie

Aangenomen dat het bedrijf 500.000 aan schulden en 200.000 in kas heeft:

Eigenvermogenswaarde = 4.267.258 – 500.000 + 200.000 = 3.967.258

De eigenvermogenswaarde bedraagt dus 3.967.258.

Voor- en nadelen van deze methode

  • Als de aannames realistisch zijn, biedt de DCF-methode een relatief objectieve en gefundeerde bedrijfswaardering.
  • Het in aanmerking nemen van toekomstige inkomstenstromen is vooral zinvol bij sterk groeiende bedrijven.
  • Gericht op langetermijn (toekomstige) ontwikkelingen
  • De aanname van een onbeperkte levensduur van bedrijven is nauwelijks realistisch.
  • Waardering is gebaseerd op aannames en niet op feiten en is daardoor onzeker.
  • De berekening is complex en vereist veel aannames; kleine wijzigingen in de aannames (bijv. groeicijfers, disconteringsvoeten) kunnen leiden tot significante verschillen in het resultaat.
  • Niet geschikt voor bedrijven met een fluctuerende kasstroom

Residuele waardemethode

Benadering: Deze methode richt zich op de residuele winst, die voortvloeit uit de winsten minus de eigenvermogenskosten. Ze berekent direct de eigenvermogenswaarde door de huidige boekwaarde van het eigen vermogen en de gedisconteerde toekomstige residuele winsten op te tellen.

Wat wordt gedisconteerd: De cashflows voor een expliciete prognoseperiode en bovendien de voor de daaropvolgende periode vastgestelde residuele waarde.

Hoe wordt gedisconteerd: Ook hier wordt vaak de WACC gebruikt om zowel de cashflows als de residuele waarde naar de huidige waarde te disconteren.

Voorbeeld Residuele waardemethode

Voorbeeld berekening: Bedrijfswaardering middels de residuele waardemethode

Voorbeeld berekening: Bedrijfswaardering middels de residuele waardemethode

Aannames

  • Disconteringsvoet (𝑟ₑ): 8%
  • Initiële boekwaarde van het eigen vermogen (𝐵₀): 1.000.000 €
  • Nettoresultaat in het eerste jaar (𝑁𝐼₁): 150.000 €
  • Prognoseperiode: 3 jaar
  • Groeivoet (𝑔): 2%

Berekeningen

1. Geprognotiseerde nettoresultaten en boekwaarden

Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3
Nettoresultaat (𝑁𝐼) 150.000 € 153.000 € 156.060 €
Boekwaarde van het eigen vermogen (𝐵) 1.150.000 € 1.303.000 € 1.459.060 €

2. Berekening van de residuele winsten

Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3
Residuele winst (𝑅𝐼) 70.000 € 61.000 € 51.820 €

3. Contante waarde van de residuele winsten

Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3
Contantewaardefactor 1,08 1,1664 1,259712
Contante waarde van de residuele winst 64.815 € 52.293 € 41.145 €

4. Berekening van de terminale waarde

  • Groeiende residuele winst in jaar 4: 𝑅𝐼₄ = 𝑅𝐼₃ × (1 + 𝑔) = 51.820 € × 1,02 = 52.856 €
  • Terminale waarde aan het einde van jaar 3: TV = 𝑅𝐼₄ / (𝑟ₑ – 𝑔) = 52.856 € / (0,08 – 0,02) = 880.940 €
  • Contante waarde van de terminale waarde: PV(TV) = 880.940 € / 1,259712 = 699.632 €

5. Totale waarde van het bedrijf

  • Som van de contante waarden van de residuele winsten: 64.815 € + 52.293 € + 41.145 € = 158.253 €
  • Totale contante waarde van de residuele winsten incl. terminale waarde: 158.253 € + 699.632 € = 857.885 €
  • Bedrijfswaarde (𝑉₀): 𝐵₀ + Totale contante waarde van de residuele winsten = 1.000.000 € + 857.885 € = 1.857.885 €

Meerperioden dividenddiscontering

Benadering: Deze benadering is geschikt voor bedrijven waarvan de dividenden in de loop van de tijd variëren, met name voor beursgenoteerde ondernemingen.

Wat wordt gedisconteerd: Geprognotiseerde dividenduitkeringen die over verschillende perioden kunnen veranderen.

Hoe wordt gedisconteerd: Aan de hand van de eigenvermogenskosten, die gewoonlijk worden berekend met het Capital Asset Pricing Model (CAPM), om het risico van het aandeel weer te geven.

Voorbeeld: Dividenden van 1,00, 1,20, 1,40 over drie jaar en een verwachte constante dividend van 1,50 daarna, met een eigenvermogenskostenvoet van 5%, leiden tot een waarde per aandeel van ongeveer 29,00.

Voorbeeld Meerperioden dividenddiscontering

Meerjarige dividenddiscontering

Voorbeeld: Meerjarige dividenddiscontering

Dividendeprognose voor de komende 3 jaar

Jaar Dividend (in €)
Jaar 1 1,00
Jaar 2 1,20
Jaar 3 1,40
Vanaf Jaar 4 (constante dividend) 1,50

Berekening van de gedisconteerde dividenden

Eigenvermogenskostenvoet (r) = 5% of 0,05

D 1 = Dividend1 (1 + r)1 = 1,00 1,05 = 0,952 €

D 2 = Dividend2 (1 + r)2 = 1,20 (1,05)2 = 1,20 1,1025 = 1,088 €

D 3 = Dividend3 (1 + r)3 = 1,40 (1,05)3 = 1,40 1,157625 = 1,209 €

Berekening van de terminale waarde (vanaf jaar 4)

De terminale waarde (TV) wordt berekend met de Gordon-Growth-formule:

TV = Dividend4 r = 1,50 0,05 = 30,00 €

De terminale waarde moet ook worden gedisconteerd:

Gedisconteerde terminale waarde = TV (1 + r)3 = 30,00 1,157625 = 25,91 €

Totale aandelenwaarde (som van de gedisconteerde dividenden)

Aandelenwaarde = D1 + D2 + D3 + Gedisconteerde terminale waarde

Aandelenwaarde = 0,952 + 1,088 + 1,209 + 25,91 = 29,16 €

De berekende aandelenwaarde bedraagt dus 29,16 €.

Voor- en nadelen van deze methode

  • Eenvoud en duidelijkheid
  • In de financiële wereld erkende methode
  • Biedt een systematische en theoretisch onderbouwde benadering
  • Biedt waardevolle inzichten voor investeerders die zich willen richten op stabiele bedrijven
  • Afhankelijk van aannames over toekomstige dividenden en de disconteringsvoet
  • Andere waardeverhogende factoren die niet in het dividend worden weerspiegeld, zoals een hoge klantentrouw, unieke beschermingsrechten en knowhow, worden niet meegenomen.

Opbrengstwaardemethoden in vergelijking met andere methoden

De opbrengstwaardemethode focust op de toekomstige cashflow en is daarmee toekomstgericht. Ze is bijzonder waardevol als het gaat om het beoordelen van het groeipotentieel en de duurzame winstgevendheid van een bedrijf.

Daartegenover staat de substantiewaardemethode, die de waarde van een bedrijf bepaalt op basis van de huidige activa minus de verplichtingen. Deze methode is vaak relevant bij de waardering van asset-intensieve bedrijven of in liquidatiescenario’s.

De vergelijkingsmethode daarentegen gebruikt marktgegevens om de bedrijfswaarde te bepalen, en maakt vergelijkingen met recent verkochte, vergelijkbare bedrijven. Deze methode is sterk afhankelijk van de beschikbaarheid en vergelijkbaarheid van marktgegevens. (Hier biedt NIMBO een bedrijfswaardering calculator aan, die gebaseerd is op actuele marktgegevens voor de betreffende landen).

De methode van reële opties bekijkt een bedrijf vanuit het perspectief van toekomstige strategische opties en is bijzonder toepasbaar in sectoren met hoge onzekerheid en snelle veranderingen.

Tot slot schat de liquidatiewaarde-benadering het bedrag dat eigenaren zouden ontvangen in geval van een bedrijfsontbinding. Deze benadering wordt vaak toegepast wanneer bedrijven op het punt staan te sluiten en is sterk gericht op het heden.

Elk van deze methoden biedt een ander perspectief op de waarde van een bedrijf en kan worden gekozen afhankelijk van de specifieke context en het doel van de waardering.

De opbrengstwaardemethoden in internationale context

De toepassing van de opbrengstwaardemethode en haar modellen wordt beïnvloed door lokale waarderingspraktijken en regelgevende kaders. Een blik op de praktijken in verschillende landen toont aan hoe divers deze benaderingen kunnen zijn:

Europa

In Duitsland is de vereenvoudigde opbrengstwaardemethode een voorkeursmethode, die vooral wordt toegepast bij de waardering van middelgrote bedrijven. Deze benadering wordt ondersteund door de standaarden van het Instituut van Accountants. In Italië, Spanje en Polen worden vergelijkbare waarderingsmethoden toegepast, waarbij lokale GAAPs en richtlijnen van de Europese Unie invloed hebben op de specifieke waarderingspraktijken. In deze landen is ook de DCF-methode wijdverspreid, met name bij grotere, internationaal opererende bedrijven.

In Zwitserland en Nederland, met hun sterk internationaal georiënteerde economieën, domineert vaak de DCF-benadering, die vertrouwd is voor internationale investeerders en in lijn is met de IFRS. In Zweden en Noorwegen is er eveneens een sterke voorkeur voor de DCF, wat te wijten is aan de transparantie van de Noordse markten en de dominantie van de IFRS.

Het Verenigd Koninkrijk volgt vergelijkbare waarderingsstandaarden als de VS, met een uitgesproken neiging tot de DCF-benadering. Dit wordt begunstigd door een marktgerichte visie en de beschikbaarheid van gedetailleerde financiële informatie.

Noord-Amerika

In de Verenigde Staten en Canada is de DCF de dominante methode, wat wordt ondersteund door de voorkeur voor aandeelhouderswaarde en de volwassen kapitaalmarkten. De US-GAAP en Canadese GAAP bieden een vast kader voor de cashflowprognose en waardering.

Afrika en Midden-Oosten

In Zuid-Afrika wordt de opbrengstwaardemethode ook gebruikt, waarbij de specifieke modelkeuze afhangt van de omvang en de sector van het bedrijf. Vanwege de economische dynamiek en volatiliteit in sommige Afrikaanse markten kan de vereenvoudigde opbrengstwaardemethode hier geschikt zijn om het waarderingsrisico te verminderen.

In de Verenigde Arabische Emiraten, waar de vastgoedmarkt een grote rol speelt, is de vereenvoudigde opbrengstwaardemethode bijzonder wijdverspreid in vastgoedwaardering, terwijl in de bedrijfssector de DCF de voorkeur krijgt om internationale investeerders aan te trekken.

Oceanië

In Australië, met een ontwikkelde kapitaalmarkt en een sterke focus op internationale investeerders, is de DCF de overheersende methode, ondersteund door de toepassing van de IFRS.

Samenvattend kan worden gesteld dat in ontwikkelde markten met een sterke internationale oriëntatie en goed toegankelijke financiële informatie de DCF de overheersende methode is. In markten die gekenmerkt worden door een sterkere focus op het midden- en kleinbedrijf en lokale investeringen, wordt de vereenvoudigde opbrengstwaardemethode vaker toegepast. De specifieke modellen die in de afzonderlijke landen worden gebruikt, weerspiegelen de eisen van lokale en internationale investeerders en zijn afhankelijk van de respectievelijke regelgevende en marktspecifieke omstandigheden.

Overzicht van de belangrijkste methoden voor bedrijfswaardering

Vergelijkbare berichten